In memoriam Willem F. Cornelis

Bij het overlijden van Willem F. Cornelis kijken Dick van Boven en Arnaud Naeff in hun memoriam terug op hun markante vriend waarmee ze een vriendschap deelden van respectievelijk vijftig en zeventig jaar:

In de zomer van 1954 liep een forse jongeman van 16 jaar in de outfit van de hockeyclub Wageningen Kampong binnen. Hij was net verhuisd naar Utrecht en ging nu op Kampong spelen, zei hij vastberaden. Wij dachten, daar komt een talent binnen en dat komt goed uit in de fase waarin Kampong-hockey zich toen bevond. Zijn optreden in Heren 1 was van zeer korte duur en ook zijn verblijf in het tweede nam maar enkele jaren in beslag. Toen hing hij zijn hockeystick aan de wilgen. Nee, zijn talent lag op het bestuurlijke vlak. Net aangekomen op Kampong werd hij lid van de jeugdraad en maakte hij zich al zeer verdienstelijk door wekelijks de bruine kurken wedstrijdballen keurig wit te verven. Maar al snel kwam een tweede talent naar voren. Hij bleek een neus te hebben voor delegeren. En zo werd de familie Naeff aan het verven gezet.

Zijn talenten bleven natuurlijk niet onopgemerkt. Algemeen voorzitter Joop Biegelaar vroeg hem om leiding te gaan geven aan het hockeybestuur, in die tijd toch een machtig orgaan in de club. Willem was toen nog geen 25. Zes jaar lang nam Willem zijn verantwoordelijkheid ten volle. Hij was ook coach van Heren 1, en samen met trainer Gerard Stroes veroverde hij in 1968 het eerste landskampioenschap van Nederland, terwijl Heren 2 gelijktijdig het reservekampioenschap op zijn naam schreef. Willem had zijn doel bereikt. Hij wilde dat het cluppie in Utrecht een grote rol in de hockeygeschiedenis van Nederland zou gaan spelen. Het cluppie was maar 32 jaar oud toen hij zijn eerste droom verwezenlijkt zag worden. Dat konden veel clubs niet na zeggen. Zie ook deze film .

In 1969 volgde hij Joop Biegelaar op als Algemeen Voorzitter. En ging hij werken aan zijn tweede droom. Kampong moest een omnivereniging worden. Naast voetbal, cricket en hockey zouden squash en tennis ruim baan moeten krijgen. Hij wilde dat elke familie met het gehele gezin op Kampong aan het sporten zou zijn. Dat was omni! Zijn droom kwam in 1976 uit en werd een jaartje later vervolmaakt met ook nog het oprichten van de jeu de boules-afdeling, waar hij tot zijn dood nagenoeg elke zondagmorgen zijn talenten liet schitteren, om daarna in de middag de altijd aanwezige supporter van voetbal, cricket en hockey te zijn. Deze rol bleef hij vervullen, hij genoot van alle sporten op Kampong en vooral van de prestaties van de teams. Hij kon daar heerlijk trots op zijn. En hij genoot van het Kampong zoals het groeide en van de prachtige accommodatie en van de inspanningen van alle besturen om de organisatie zo goed mogelijk te laten verlopen. Hij wilde ook een golfbaan aan Kampong koppelen, maar uiteindelijk werd die zelfstandig ontwikkeld.

Hij heeft zijn blauwe hart nooit verloochend. Integendeel, Kampong was zijn hart. Hij vertoefde er bijna dagelijks. Hij was positief ingesteld en een raadgever voor de besturen. Hij liet iedereen in zijn waarde en accepteerde dat besturen zijn raad niet altijd opvolgden. Dat maakte hem tot een groot bestuurder, zeer creatief en initiatiefrijk, een fenomenale verbinder, een aangenaam en hartelijk mens, met gevoel voor humor. Hij had altijd belangstelling voor spelers, ouders, clubleden én lekker eten. En, vergeet vooral niet, dat hij, als algemeen chirurg in het Ouderijn ziekenhuis, vele geblesseerde spelers (op alle velden) op zondag meenam in zijn auto naar het ziekenhuis  om ze kort daarna met mooi gips weer langs de lijn af te zetten, Gevleugeld waren dan zijn woorden dat de blessure na een weekje weer genezen zou zijn en dat je de volgende week wel weer kon spelen. Kom daar dezer dagen maar eens om.

In 1974 had Willem alle opleidingen op Kampong met succes doorlopen. Hij ging hogerop. Hij trad toe tot het bestuur van de KNHB met de portefeuille tophockey (en manager Ned XI heren) en eind jaren tachtig nam hij voor tien jaar de voorzittershamer over. In die periode kreeg hij het voor elkaar de dubbel WK-hockey dames en heren naar Utrecht te halen. Heel veel Kampongers hebben toen daaraan hun bijdrage geleverd. Hij sloot zijn imposante sportcarrière af door toe te treden tot het bestuur van NOC.NSF. Ook was hij tweemaal chef de mission van een Olympische ploeg. Terecht dat de Koningin hem destijds benoemde tot officier in de orde van Oranje Nassau, en dat hij erelid werd van de KNHB en uiteraard ook van Kampong. Na het overlijden van Joop Biegelaar werd hij erevoorzitter van Kampong.

Daarna kwam Willem definitief terug naar Kampong en was hij daar niet meer weg te denken. Met Arnaud en Dick vormde hij de “drie muppets” , die elk wedstrijjd (uit en thuis) van heren 1 en/of dames 1 bezochten. Op zaterdagmiddag keek hij naar de A -en B-jeugd en voorspelde dan hun toekomst. Hij zat er niet vaak naast.

Wat zullen wij dit allemaal missen. Een echt blauw hart gaat ons verlaten. De grondlegger van het huidige Kampong is niet meer. Dat stemt tot grote droefheid. Maar hij kan en mag  nu in alle rust genieten van al zijn dromen, die zijn uitgekomen. En dat verdient hij in volle omvang.

Zelf kun je Willem hier on-line herdenken. Meer berichten over Willem verschenen op Nu.nl, RTVUtrecht en de websites van de KNHB en Hockey.nl. Ook mooi is deze documentaire.